De missie in Suriname

In 1847 wordt Mère Marie Joseph bezocht door Mgr. Grooff . Ze bespreken of onze zusters in Suriname onderwijs willen gaan verzorgen. Maar pas in 1856 komt Mgr. Schepers, apostolisch vicaris van Suriname, bij Mère Marie Joseph aankloppen en vraagt om zusters voor zijn missiegebied.

Op 2 oktober 1856 vertrekken zes zusters met zeilboot “de Snelheid” naar Suriname en anderhalve maand later op 19 november 1856 komen ze aan in Paramaribo.
Reeds de volgende dag, op 20 november 1856, worden de armenscholen geopend. Naast armenscholen worden ook burgerscholen opgericht waar kinderen uit de gegoede stand tegen beperkt schoolgeld Nederlands en Frans kunnen leren.  
Het oudste en voornaamste klooster is “De Voorzieningheid” te Paramaribo. Vanaf 1856 wordt op het grote erf achter het klooster onderwijs gegeven ten behoeve van arme kinderen en in januari 1857 wordt een burgerschool opgericht.

In 1928 wordt met behulp van onze zusters een inlandse Congregatie opgericht die de naam krijgt “Zusters van Paramaribo”.

De missie van Suriname is een van de laatste werken van Mère Marie Joseph. In 1857 (op 76 jarige leeftijd) legt ze haar taak als algemeen overste neer.