Herbronning

Kerkelijke en religieuze gemeenschappen voelen zich uitgedaagd om zich te herbezinnen op hun oorspronkelijke bronnen. Het religieuze leven moet als het ware herijkt worden, bij de tijd gebracht worden. Onze Congregatie vormt daarop geen uitzondering.

Het kapittel van 1970 brengt een grote ommekeer teweeg in denken en doen.
Het geeft ruimte om op de plaats waar men leeft nieuwe vormen uit te proberen.
Vrijwel alle belangrijke facetten van het gemeenschapsleven worden onder de loep genomen en aangepast aan de vraag van deze tijd.
De vormgeving van het gemeenschappelijk gebed wordt meer aan de plaatselijke communiteit overgelaten, het uniforme karakter verplaatst zich naar een meer pluriforme gemeenschapsleven,  de persoonlijkheid  van iedere zuster wordt meer geaccentueerd evenals het dragen van eigen verantwoordelijkheid voor de keuzes die men maakt.

Een sterk in het oog springende verandering is het afleggen van het kloosterlijk habijt en het dragen van burgerlijke kleding. Men meent dat daardoor de afstand tussen de samenleving en de religieuzen minder wordt. Deze verandering voltrekt zich in drie etappes:

Ook op materieel gebied vindt een aanpassing plaats. Zusters ontvangen leefgeld om persoonlijke uitgaven te kunnen doen, zusters mogen op familiebezoek en op vakantie gaan, ze kunnen meer naar buiten treden om bij allerlei activiteiten present te zijn en mee te helpen.